Misschien ben ik wel waar ik wilde zijn, maar zie ik het niet….

Mijn hele leven koester ik een gedachte, namelijk de gedachte aan ‘een hutje op de hei’. Doordat ik veel last had van vermoeidheid en vage klachten kostte alles wat ik moest in het dagelijkse leven me vaak veel moeite. Met periodes ging het beter en dan weer minder. Toen ik ging werken als natuurgeneeskundig therapeut kreeg ik mezelf goed op de been. Ik kon door mezelf te behandelen en de nodige supplementen te slikken alles vrij goed in balans krijgen. Maar ik vond het leven druk. Ik vond de maatschappij druk, het leven snel en ik kon mijn draai niet altijd even goed vinden…

Met een vriendin had ik het regelmatig over ‘het hutje op de hei-gevoel’. Ik kon intens verlangen naar een plek van waaruit ik de natuur kon beleven. Een plek waar ik kon kijken naar de dieren om me heen. Een plek zonder van alles te moeten en juist met ruimte om te mogen. Een boek mogen lezen, genieten van de zon als die schijnt, buiten wat rondscharrelen en om zo diep te ontspannen en te genieten van alle mooie dingen om me heen.

Doordat ik vier jaar geleden niet opknapte na mijn hersenschudding en daar tot op heden klachten door ervaar, kwam ik in een proces terecht van opklimmen na diep vallen. Ik ging een proces in van angsten loslaten, van opnieuw leren kijken naar gedachten en oordelen en uiteindelijk kwam ik ook in het proces van wat het voor me betekent dat ik op dit moment niet kan werken. Toen ik stopte met mijn praktijk was het een keus om tijdelijk niet meer te werken en die voelde super goed. Nu ik door mijn lichamelijke klachten niet in een reguliere baan kán werken, bleek dat toch wel een dingetje te zijn. Ik voelde me nutteloos, uitgekotst door de snelle maatschappij, ik had het gevoel er niet meer echt bij te horen, niet mee te tellen…

Ik kon de druk van de maatschappij niet aan, kon financieel geen bijdrage leveren en voelde me bovendien verre van fit. Ik was moe, moe, moe en baalde. Niet constant hoor, want in deze periode leerde ik vooral ook om te genieten van kleine dingen. Ik leerde leven in dankbaarheid en vertrouwen, maar het stagneerde. Ik bleef hangen in een stadium van vechten, van niet ‘moe’ willen zijn, van niet willen accepteren dat ik niet kon doen wat ik graag zou willen. Ik was boos. Boos dat mijn lichaam niet wilde. Boos dat ik mijn ambities niet uit kon werken, boos dat ik niet kon doen wat ik graag wilde doen… want ik wilde immers weer werken en mensen inspireren. Ik wilde weer verdienen en ik wilde het liefst alles groots aanpakken. Zo zat ik toch in elkaar? Ik ging ergens voor en dan zou het ook slagen….

Tot vorige week, ik was de draad weer even helemaal kwijt. Ik was gefrustreerd dat ik al weer maanden liep te klooien, weer zo moe was en het allemaal niet op de rit leek te krijgen. Ik kwam niet verder met de ideeën over mijn boek. Ik kwam niet verder met hoe ik eea voor mezelf op wilde zetten. Ik nam me voor om me eens even niet meer druk te maken over de financiële inbreng en toch echt te gaan genieten, maar het lukte niet. En ik gaf van alles de schuld. Mijn lichaam, de maatschappij die zo verhard, de druk van het moeten presteren…. Ik vocht tegen alles en voelde me zo belemmerd…

Ik lees het boek May Cause Miracles en dat maakt weer een hoop bij me los. Het hoofdstuk over hoe je om gaat met je lichaam kwam binnen, maar ik kon er geen kant mee op. Ik snapte het wel, maar hoe kon ik het toepassen? Ik voelde me labiel en begon toch weer moed te verliezen. Tot ik afsprak met een lieve vriendin. ’s Morgens wilde ik nog afbellen omdat ik moe was en merkte dat de tranen me hoog zaten, maar ik ging toch. Juist omdat ik ondertussen weet wat het ‘gevaar’ is van in mijn coconnetjes blijven zitten. Het voelt zo veilig, maar het helpt me niet verder. Bij mijn vriendin kwamen de tranen en frustraties naar buiten. Het verdriet dat ik niet kan stoeien met de kinderen. Het verdriet dat ik me nutteloos voel. De machteloosheid. Ik uitte alles en alles mocht er zijn. Op een gegeven moment kwamen we in het gesprek op wensen en mijn vriendin vroeg me: ‘Wat zou je het liefste willen doen?’ Zonder na te denken kwam mijn antwoord: ‘Niets’ en het ‘hutje op de hei-gevoel’ kwam naar boven en ineens zag ik een ander plaatje…

Ik zat op dit moment in mijn hutje op de hei maar ik zag het niet en ervoer het ook niet. We wonen niet echt in een hutje, maar in een mooi huis. Aan de rand van het bos. In het weiland achter ons huis lopen geregeld koeien en nu paarden. Naast het huis lopen het grootste deel van het jaar schapen. Ik heb tijd om een boek te lezen. Ik moet in principe niets en kan wat rondscharrelen en genieten van de dingen om me heen, maar ik doe het niet! Ik ben te druk met balen, ik ben te druk met bedenken wat ik zou moeten en willen doen, ik ben te druk met niet accepteren van wat is en daardoor zie ik helemaal niet meer waar ik uitgekomen ben…

Op dat moment dat ik dat besefte voelde ik wat veranderen van binnen. Mijn grootste wens was in vervulling gegaan, maar ik liet het niet toe. Natuurlijk wenste ik geen gezondheidsperikelen als ik vroeger dacht over mijn hutje op de hei, maar het nam niet weg dat nu die perikelen er wel waren ik niet kon gaan genieten van het hutje op de hei-gevoel! Het kon vast naast elkaar bestaan, toch?

Als ik het maar toelaat, als ik het mezelf maar toesta om te accepteren wat is en daardoor ook juist de mooie kant ervan te gaan omarmen. Ik zie de druk die ik mezelf opgelegd heb. De druk die volgens mij vanuit de maatschappij kwam, de druk om te presteren, de druk om mee te willen doen in de snelle maatschappij, de druk van het gevoel van falen, die druk ligt in mij… en ik ben degene die daar verandering in kan brengen. Ik voelde mezelf ontspannen.

Mijn ogen gaan weer een stukje verder open. Ik zie een hele nieuwe wereld voor me liggen. Een wereld waarin ik mag zijn in mijn ‘hutje op de hei-gevoel’ en vandaar uit mag ik verder. Mag ik alles loslaten wat ik eens wilde bereiken, mag ik alle uitkomsten loslaten en mag ik gaan kijken wat er komt. Maar vooral mag ik in het moment zijn en als dat betekent dat ik te moe ben om wat te doen, mag ik gaan slapen. Als ik mijn draai niet kan vinden, mag ik een boek pakken. Als ik niet kan tuinieren mag ik ook gewoon in de tuin zitten…. Ik mag mezelf toestaan om alles naast elkaar te beleven. Het verdriet van niet kunnen, maar ook het genieten van wat wél kan!

Het is aan mij waar ik de nadruk op leg! Het is aan mij waar ik voor kies: welke wereld wil ik zien?